Aeroob versus Anaerobe training

De meeste trainers zijn zich er tegenwoordig wel van bewust. Voor de langere afstanden(800 meter en langer) is het aerobe systeem het belangrijkst. Uit onderzoek is gebleken dat zelfs bij een 800 meter de aerobe capaciteit al voor het grootste deel het succes bepaalt. Maar voor die laatste procenten om echt de best mogelijke tijd te lopen is ook het anaerobe training belangrijk.

Anaeroob trainen gaat ten koste van het Aerobe systeem

Het is dus nuttig om ook regelmatig trainingen te doen die het anaerobe systeem verbeteren. Het probleem hierbij is dat veel anaeroob trainen ten koste gaat van het aerobe systeem. In de praktijk leveren anaerobe trainingen vaak op korte termijn een vormpiek op. Deze vorm verdwijnt echter vaak snel weer doordat het aerobe systeem achteruit gaat.

Hoe vaak anaeroob trainen

Een ander belangrijk punt hierbij is dat het veel tijd kost om het aerobe systeem goed op niveau te krijgen. Het anaerobe systeem is in veel kortere tijd goed te trainen. Bij junioren op de langere afstanden, waren 2 of 3 pittige anaerobe trainingen per jaar vaak al voldoende om  het anaerobe systeem op peil te krijgen. Voor de lopers die zich meer op de korte afstanden richten is het nodig om de anaerobe trainingen wat vaker te laten doen. Hierbij komt dus het dilemma om de hoek kijken dat je het anaerobe systeem wilt trainen zonder dat dit ten koste gaat van het aerobe systeem.

Niet-specifieke anaerobe trainingen

Hierbij komen de niet-specifieke anaerobe trainingen om de hoek kijken. Door bijvoorbeeld heuvel trainingen te doen kan het anaerobe systeem op een andere manier getraind worden. Ook is het mogelijk om het anaerobe systeem te trainen door bijvoorbeeld (sprong)oefeningen te combineren met rustig lopen. Steve Magness heeft hier in een leuk experiment op zichzelf uitgevoerd. Hierbij vergeleek hij de (wedstrijd)resultaten van niet-specifieke anaerobe training met specifieke anaerobe training. Gedurende het jaar deed hij op verschillende momenten lactaat testen. Uit deze testen bleek dat niet-specifieke anaerobe training niet ten koste ging van zijn aerobe capaciteit. Bij specifieke anaerobe training gebeurde dit wel.

In het zomernummer van Losse Veter staat een artikel over de training van Honoré Hoedt. Hij liet een dergelijke training regelmatig uitvoeren door Bram Som en Arnoud Okken. Ook met het idee om (mentaal) zwaar te trainen zonder te veel schade aan te brengen.

Lees verder op science of running

2 reacties

  1. Nate Helming’s The RUN experience is vol van deze niet-specifieke anaerobe trainingen: squads, heuvelsprints, traplopen, lifting etc.
    Het is me niet geheel duidelijk wanneer qua planning deze trainingen maximaal effectief zijn? Na de basis vorming, maar wat is dat dan, vele duurkilometers?

  2. De basisvorming zou wat mij betreft de eerste periode zijn waarin je veel rustige kilometers maakt in combinatie met snelheidswerk. Daarna wordt de training steeds specifieker en kun je deze trainingen toevoegen om het anaerobe systeem te prikkelen. Bij het trainen voor kortere afstanden waarin het anaerobe systeem erg belangrijk is kun je deze oefeningen geleidelijk over laten gaan in meer specifieke anaerobe trainingen (kortere intervallen in hoge snelheid).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *