Inschrijven looptrainersdag

Op 11 november organiseert de Atletiekunie voor de 22e keer de looptrainersdag. In het verleden heb ik hier (Lichtlopen) techniek workshops gegeven. Ook dit jaar ben ik aanwezig maar nu voor twee theorie workshops over het trainen van jeugdige MiLa atleten.

Vanaf 12 september kunnen hardlooptrainers met licentie zich inschrijven voor de looptrainersdag workshops, vanaf 13 september de gediplomeerde trainers en vanaf 15 september kan iedereen zich inschrijven. De georganiseerde workshops zijn hier te vinden. De workshop over het trainen van jeugdige MiLa atleten wordt twee keer georganiseerd. Hieronder de tekst zoals die ook hier op de looptrainersdag site van de Atletiekunie is te vinden.

Trainen van jeugdige MiLa atleten gericht op lange termijn succes (LTAD)

“Het aantal junioren dat lid is van de Atletiekunie loopt opvallend terug naarmate ze ouder worden (2015: junioren D: 6581, junioren C: 5030, junioren B: 3451, junioren A: 2027). Hier zijn diverse oorzaken voor aan te wijzen. De meest in het oog springende zijn het gebrek aan progressie bij het ouder worden en het ontstaan van blessures. Dit zijn zaken waar we als trainers mee aan de slag moeten en kunnen!

En wel met behulp van LTAD.   LTAD (Long Term Athlete Development) biedt een framework voor de begeleiding van heel jonge atleten (vanaf 5 jaar) tot en met masters. Deze aanpak houdt rekening met zowel de fysieke als mentale ontwikkeling van de atleet en geeft antwoord op vragen als: hoe zorg je ervoor dat atleten zich optimaal ontwikkelen, gemotiveerd blijven en pas pieken op het moment dat ze fysiek het sterkst zijn?   In de theoriesessie komen de volgende onderwerpen aan bod: Periodiseren bij junioren? Zo ja, hoe dan? Met welke intensiteit kan het beste getraind worden tijdens de baantrainingen? Welke omvang hoort bij welke (biologische) leeftijd? Hoe vaak wedstrijden lopen en wat voor wedstrijden?   De bedoeling is om zoveel mogelijk praktische handvatten te geven waar de (junioren)trainer direct mee aan de slag kan. Natuurlijk is er volop ruimte voor discussie.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *